Kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong passen niet binnen de norm en ontwikkelen zich niet volgens de gangbare verwachtingen.
Natuurlijk ontwikkelen kinderen zich allemaal anders en ook het tempo verschilt. Toch gaan ouders bewust of onbewust van een gangbare norm uit.
Van je baby verwacht je dat hij veel slaapt en genoeg heeft aan rustig in de box liggen met een rammelaar.
Van een 3 jarige verwachten we dat hij het leuker vindt om een houten puzzel te maken dan sommetjes.
Maar er zijn kinderen die niet passen binnen deze gangbare verwachtingen, die zich sneller ontwikkelen. Bij heel jonge kinderen hebben we het nog niet over hoogbegaafdheid, maar over ontwikkelingsvoorsprong.
Met het woord ontwikkelingsvoorsprong omschrijven we de eerste aantoonbare signalen het best. Van een wakkere baby met een grotere behoefte aan prikkels, tot kinderen die met meer dan 2 jaar cognitieve voorsprong naar de basisschool gaan.
Kenmerkend voor kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong is hun intensiteit. Hun intense manier van zijn, werkt in op allerlei aspecten van de persoonlijkheid.
Het heeft gevolgen voor hoe iemand de wereld beleeft en er mee omgaat. Op het gebied van fysieke energieniveau, zintuiglijk waarneming en beleving, intellectuele honger, verbeeldingskracht en intensiteit van de emoties en sensibiliteit. Niet beter of slechter, maar anders.
De term ontwikkelingsvoorsprong wordt gebruikt voor kinderen van 0 tot 6 jaar. Een beduidende voorsprong is het signaal dat ouders en ook scholen het vaakst opvangen. Er wordt dan niet direct gedacht aan hoogbegaafdheid. De voorsprong zal echt niet afnemen, maar ouders willen meestal niet op de feiten vooruit lopen.
Toch moet je aan hoogbegaafdheid gaan denken als de voorsprong zich op een flink aantal aspecten laat zien en steeds sneller lijkt toe te nemen. Pas op latere leeftijd is een eventuele hoogbegaafdheid echt vast te stellen.
Ontwikkeling bij alle kinderen vindt plaats door spiegelen met de omgeving in de veronderstelling dat je hetzelfde bent en kunt. Maar proberen hetzelfde te worden gaat nooit lukken als je dat niet bent.
Is jouw kind zelden een béétje blij, boos of verdrietig? Enorm geraakt door onrecht of pijn of wanneer afspraken niet nagekomen worden?
Heeft jouw kind in de gaten dat hij/zij in sommige opzichten anders is dan andere kinderen? Dat samenspelen of praten met lijftijdsgenoten niet gaat zoals bij anderen.
Illustratief is het verhaal van een adelaarsjong dat opgroeit in een kippenhok. het lukt nooit om een goede kip te worden. Hoe hard hij ook zijn best doet. Aard en aanleg zitten in de weg voor een evenwichtige ontwikkeling zijn soortgenoten nodig en een passende leefomgeving
Als je je niet bewust bent van de intense aard van kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong, interpreteer je signalen verkeerd en kunnen problemen ontstaan.
Het is van belang als ouder de ontwikkelingsvoorsprong van je kind vroegtijdig te signaleren en te begeleiden.
De kans is groot dat je omgeving je kind met een ontwikkelingsvoorsprong verkeerd begrijpt. Hierdoor krijgt hij niet wat hij nodig heeft om de kloof met de omgeving te overbruggen. Als intensiteit niet wordt erkend en in goede banen wordt geleid ontstaat een gistend, borrelend vat dat regelmatig ontploft.
Bij sommigen zijn de ontploffingen naar buiten gericht in de vorm van schreeuwen, huilen, driftbuien, dingen kapot maken enz. Bij anderen is de ontploffing naar binnen gericht in de vorm van humeurigheid, depressie en/of angst.
Kinderen met ontwikkelingsvoorsprong hebben (h)erkenning nodig, zelfinzicht en een passende (leer)omgeving. Een evenwichtige ontwikkeling vraagt van ouders een afgestemde begeleiding. Ouders van jonge kinderen die een ontwikkelingsvoorsprong lijken te ontwikkelen, kunnen zich het best daarin verdiepen.
Zoek antwoord op vragen als:
Voor een goede begeleiding is het nodig om gangbare verwachtingen los te laten, bewust een andere bril op te zetten en af te stemmen op het kind.
Ouders en leerkrachten kunnen veel doen om kinderen te ondersteunen in hun zoektocht naar wie ze zijn.
Op zoek naar manieren om zichzelf te uiten en op een prettige, respectvolle manier met hun omgeving om te gaan.
Het is niet altijd zo dat je kind met een ontwikkelingsvoorsprong het later op school heel goed doet. Kinderen met echt een voorsprong profiteren niet altijd optimaal van ons onderwijs.
Je kind kan zich soms slecht op het werk concentreren omdat het helemaal niet meer boeit. Hierdoor geeft je kind niet het verwachte antwoord omdat hij/zij onverwachte, andere mogelijkheden bedenkt.
Bij instructie ontgaat zo’n kind vaak de essentie van de opdracht omdat die verstopt zit in een lang verhaal met voor hen overbodige uitweidingen. Veel kinderen met grote voorsprong verliezen de illusie dat er voor hen wat te leren valt en daarmee de motivatie voor het schoolse leren.
Om demotivatie te voorkomen is het van belang al op jonge leeftijd oog te hebben voor de voorsprong en er op in te spelen.
Laat je kind zijn nieuwsgierigheid behouden door voldoende in te gaan op vragen en interesses. Het is nodig je kind te leren op passende wijze voor zichzelf en zijn wensen op te komen.
Naast goede begeleiding door ouders vraagt dat ook acceptatie en passende begeleiding door kinderopvang, peuterspeelzalen en later op de basisschool. Meer nog dan een afgestemd aanbod wordt er een beroep gedaan op passende begeleiding.
Als aanbod èn begeleiding zijn aangepast zal je kind zich beter ontwikkelen. Pas als dat te weinig resultaat heeft, is het tijd voor nader onderzoek of testen door professionals die zich gespecialiseerd hebben in hoogbegaafdheid.
Lilian van der Poel-De Schipper schreef het boek ‘Bijdehante baby’s en pittige peuters.’
Hierin wordt de XL-signaleringslijst geïntroduceert voor het herkennen van een ontwikkelingsvoorsprong bij baby’s en peuters.
Pedagogisch medewerkers en allen die zich vanuit professie of interesse bezighouden met jonge kinderen vinden in dit boek tientallen voorbeelden die zichtbaar maken hoe een ontwikkelingsvoorsprong eruit zou kunnen zien.
Met behulp van de XL-signaleringslijst wordt er naar het kind in zijn geheel gekeken en dus niet alleen naar cognitieve aspecten, zoals veel andere instrumenten doen.
Deel 1 van dit boek biedt een theoretisch kader. Deel 2 van dit boek gaat in op de praktijk van het signaleren en begeleiden van jonge kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong. Daarbij besteden we ook aandacht aan de rol van de ouders.
In de bijlagen vind je naast de XL-signaleringslijst ook andere handige documenten voor bijvoorbeeld het doen van observaties en het maken van plannen.
Irissenpad 27
3251 DA Stellendam
Nederland
Maak vandaag nog een afspraak
Stel me een vraag, boek een sessie, stuur me een mailtje, om door de bomen het bos weer te zien en ook jouw mogelijkheden (of die van je kind) te benutten. Ik help je graag!