Heeft jouw hoogbegaafde kind faalangst?

Er wordt van faalangst gesproken als de angst voor mislukking zo groot is, dat de prestatie er (ernstig) onder gaat lijden. De verwachte prestatie blijft uit. Er wordt dan vaak gezegd ‘Er komt niet uit wat erin zit’

Kan het zijn dat jouw hoogbegaafde kind last heeft van faalangst? Doe deze test (nu nog gericht op school)

Sebastiaan praat met zijn moeder over de spreekbeurt waar hij tegenop ziet: ‘Het helpt toch allemaal niet als ik het goed voorbereid. Ik kan dit gewoon niet! Er zit dan altijd zo’n dikke brok in m’n keel. Dan krijg ik een bibberstem. En iedereen kijkt naar me. Dan krijg ik een rood hoofd. Ik weet dan echt niet meer wat ik wilde zeggen.’ Het is gewoon vreselijk.

We hebben er allemaal zo nu en dan, in meer of mindere mate, last van: faalangst. Een beetje faalangst hebben we nodig om onze taken goed uit te kunnen voeren. Het zorgt ervoor dat we ons goed voorbereiden en er niet met de pet naar gooien. Dat we onze zaakjes goed op orde hebben. We willen immers niet ‘af gaan’ .

faalangst

Positieve faalangst

Dat beetje stress dat ons helpt om de dingen beter te doen, wordt ook wel positieve faalangst genoemd. De angst kan echter zulke vormen aannemen, dat het je gaat belemmeren, dan wordt het een negatieve faalangst. Negatief omdat het je niet meer helpt.

Negatieve faalangst bij hoogbegaafd kind

 Faalangst wordt ook wel omschreven als een angst die opkomt als je iets moet presteren (of als je denkt dat je iets moet presteren), terwijl je bang bent dat het je niet gaat lukken. Er wordt pas van faalangst gesproken als de angst voor mislukking zo groot is, dat de prestatie er (ernstig) onder gaat lijden. De verwachte prestatie blijft uit en er wordt dan gesproken over…

 

 ‘Er komt niet uit wat erin zit’

 

Faalangst komt bij veel kinderen voor 

en zeker ook bij hoogbegaafde kinderen 

Er wordt vermoed dat faalangst bij ongeveer 20 procent van de kinderen in de bovenbouw van de basisschool voorkomt.

3 soorten faalangst

 Het verhaal van Sebastiaan laat zien dat faalangst zich op verschillende manieren kan uiten. Er zijn drie vormen, die tegelijk kunnen voorkomen en elkaar kunnen overlappen.

  • Cognitieve faalangst
  • Sociale faalangst
  • Motorische faalangst

 

Binnen de cognitieve faalangst wordt onderscheid gemaakt tussen een actief –  en een passief faalangstig kind.

 

Faalangst

Cognitieve faalangst

Cognitieve faalangst is de angst dat je slechte leer- en denkprestaties laat zien.

‘Net wist ik het allemaal nog!’

Bij cognitieve faalangst is je kind bang voor een negatieve beoordeling door de leerkracht, de ouders, de klasgenoten en zichzelf. Hierdoor blokkeert zijn denk- en leervermogen. 

Leerkrachten en ouders kunnen door het stellen van een eis of het geven van een opdracht faalangst veroorzaken.

Het is ook mogelijk dat je kind zichzelf eisen oplegt waardoor het faalangstig wordt. Het gaat dan meestal om perfectionistische kinderen.

Een actief faalangstig kind werkt heel hard en streeft naar een zo goed mogelijk resultaat. Hij besteedt veel tijd aan huiswerk, stampt veel en steunt erg op zijn geheugen. Creatief omgaan met de stof en afstand ervan nemen, is daardoor lastig. Het zijn serieuze, harde werkers 

Een passief faalangstig kind heeft het idee dat inspanning niet bijdraagt aan een beter resultaat. Hoe meer inspanning, hoe meer teleurstelling, is hun devies. Werken daarom slordig en bereiden zich oppervlakkig voor. Ze laten nogal eens opstandig en afwezig gedrag zien. Hierbij wordt ook vaak gesproken over een vaste mindset en ook onderpresteren kan een rol spelen.

Sociale faalangst

Sociale faalangst is de angst om afgewezen of negatief beoordeeld te worden door vrienden, klasgenoten, familie enzovoort. ‘Ze zullen me vast uitlachen!’ Sociale vaardigheden raken dan geblokkeerd, waardoor de kans op afwijzing juist toeneemt.

Motorische faalangst

Motorische faalangst  is de angst om fouten te maken bij het uitvoeren van lichamelijke handelingen. Hierdoor raken motorische vaardigheden, zoals gym, tekenen, schrijven en een muziekinstrument bespelen geblokkeerd.

Je kind kan zelfs verkrampen door de angst dat het niet goed gaat. Bij een leerlingenconcert  kunnen deze drie vormen van faalangst zelfs  tegelijk voorkomen.

 

  • Je kind kan bang zijn dat hij zijn partij niet goed meer weet (cognitieve faalangst)
  • Het kan bang zijn voor wat medeleerlingen van hem vinden (sociale faalangst) en
  • Het kan bang zijn dat het hem niet lukt om die snelle loopjes voor elkaar te krijgen (motorische faalangst).
Verwachting

Oorzaken van faalangst 

Bij het ontstaan van faalangst spelen zowel aanleg als de omgeving een rol. Een kind dat in aanleg faalangstig is zal eerder last hebben van negatieve, faalangstversterkende, factoren in zijn omgeving. Een kind dat van zichzelf emotioneel stabiel is zal minder snel faalangst ontwikkelen, ook al zijn er dezelfde negatieve factoren in zijn omgeving.

Omgevingsfactoren die een rol kunnen spelen bij de ontwikkeling van faalangst

Faalangst is geen angst die kinderen van nature hebben, dit is aangeleerd gedrag. Groot voordeel is dat je aangeleerd gedrag ook kan afleren.

Faalangst kan kopieergedrag zijn. Als bijvoorbeeld de ouders of broers en zussen van het kind faalangstig zijn, dan is de kans groter dat ook het kind faalangstig gedrag laat zien. 

Een kind heeft voortdurend bevestiging nodig dat hij mag zijn wie hij is. Dat geeft basisveiligheid. Ook heeft je kind het nodig om te horen of hij iets goed gedaan heeft of hoe hij het beter kan doen.

Wanneer ouders het moeilijk vinden om dat te bieden, kan het kind onzeker en angstig worden. Ook kinderen die voortdurend vergeleken worden met andere gezinsleden kunnen daar last van krijgen. 

Ook als je steeds te horen krijgt: ‘Dat kan jij vast (nog) niet’, of: ‘Jij moet dat nu ook maar eens kunnen’, word je onzeker over wie je zelf bent en mag zijn. 

Helemaal wanneer je kind een ontwikkelingsvoorsprong heeft en nog niet ‘hoort’ te lezen of te rekenen, Dan past jouw kind zich al snel aan,

 

 

Kinderen hebben succeservaring nodig

om nieuwe uitdagingen te leren aangaan

 

Wanneer ouders en/of kinderen erg perfectionistisch zijn, ligt faalangst op de loer, omdat je het dan niet gauw goed genoeg doet. De maakbaarheid die in onze cultuur leeft, doet daar nog een schepje bovenop: streef naar het allerbeste, het allermooiste, het perfecte.

Bovendien bestaat de kans dat een  perfectionistische ouder het kind zelf niet de kans geeft om door fouten te leren. Doordat de ouder het kind voordat het mis gaat de boel al uit handen. neemt. Het kind kan dan niet leren dat fouten maken bij het leven hoort.

Op school worden prestaties verwacht

De school is bij uitstek de plaats waar prestaties worden verwacht. Het is daarom van groot belang dat je kind zich op school veilig voelt. Dat het voelt dat het fouten mag maken, vragen mag stellen, mag oefenen en uitproberen. Daarvoor moet de leerkracht structuur bieden, duidelijk zijn in wat hij verwacht van de leerlingen.  

 

Ook vergelijkt een leerkracht geen leerlingen met elkaar,  ondersteunt en daagt uit. Er worden positieve verwachtingen uitgesproken, positieve feedback gegeven en de (leer of gedrags-) problemen van het kind worden erkent waardoor  en een goede relatie kan ontstaan.

 

Als dit ontbreekt is de kans op het ontwikkelen van faalangst groot. 

Herken jij je kind, jezelf en/of de leerkracht hierin? 

En wil je je kind helpen om van zijn faalangst af te komen

zodat hij van fouten kan leren, succeservaringen heeft en de uitdaging aan durft te gaan?

Karin van Toor

Terugbelverzoek

Stel me een vraag, boek een sessie, stuur me een mailtje, om door de bomen het bos weer te zien en ook jouw mogelijkheden (of die van je kind) te benutten. Ik help je graag!

Meer inzicht in hoe jouw zoon of dochter leert leren en zijn of haar doorzettingsvermogen en zelfvertrouwen toeneemt?

Onderpresteren hoogbegaafdheid

Plan je sessie hier