Na een heerlijke herfstvakantie waarin ik het boek ‘The Underachieving Gifted Child’ (McCoach & Siegle 2003) heb gelezen en er een uittreksel van maakte, nu echt aan de slag met mijn inleiding voor de scriptie van de ECHA opleiding
Gelijk aan het begin loop ik al tegen een probleem aan.
Aan de hand van literatuur duidelijk maken waarom spelen van muziekinstrumenten een optie kan zijn.
Inleiding
De aanpak van onderpresteren blijft een lastig, complex probleem. Voor hoogbegaafde leerlingen die geen passend lesaanbod ontvangen, niet tot leren komen en voor leerlingen met angst voor falen of voor succes, zou het bespelen van een muziekinstrument een goede oplossing kunnen zijn. (inderdaad een grote sprong)
Met onderstaande kan ik komen, maar echt duidelijk wordt het niet aan de hand van literatuur.
Binnen het muziekonderwijs heb je een veilige leeromgeving waarbij door de één op één situatie, wat de voorkeur heeft boven groepsles, de zone van naaste ontwikkeling (Vygotsky, 1978) bereikt kan worden zodat er op eigen niveau gewerkt kan worden (competenties), er een nauwe band op basis van gezamenlijke interesse (relatie) kan ontstaan en het mogelijk is om eigen stukken aan te dragen (autonomie).
En hieronder staan citaten waaruit je zeker kan opmaken dat ‘Music matters’, maar het is nog een onsamenhangend geheel. Lijkt me wel een schitterend boek van Elliott, D. (1995) ‘Music matters: A philosophy of music education’ uitgegeven door Oxford University Press. Ken jij het?
‘Music making is a unique and major source of self-growth, self-knowledge (or constructive knowledge) and flow’
Music Matters provides educators with critically reasoned perspectives on the “why, what, and how” of music teaching and learning, arguing convincingly that music is one of the most vital, dynamic, and practical pursuits in the human repertoire and, therefore, fundamental to the full development of the individual and collective self.