Hoogbegaafde kinderen, cognitief talent wordt vaak niet onderkent. En als het wel gezien wordt, dan wordt het nogal eens als een probleem beschouwd.
Het is toch merkwaardig dat er daadwerkelijk naar sportief talent gezocht wordt door scouts en dat cognitief talent pas gevonden wordt wanneer het niet lekker gaat op school of thuis?
Cognitief talent wordt gezien als zorg en deze zorg wordt pas geboden wanneer een leerling zich slecht voelt, agressief gedrag vertoont of niet (meer) presteert..
Het is toch merkwaardig dat het sportieve talent gezien wordt als een mogelijkheid om verder te groeien en maatschappelijk aanzien krijgt.
Er is zo’n groot verschil in ontwikkelingsmogelijkheden en kansen voor cognitief begaafden en al helemaal voor creatieve hoogbegaafden
Er bestaat een verschil in benadering tussen het sportieve- en het cognitieve talent.
Bij het sportieve talent wordt er rekening gehouden met de ontwikkeling die tijd kost. Niet alleen fysiek wordt er getraind, maar ook mentaal. Mentale training om te leren omgaan met tegenslag, succes en hoge verwachtingen.
Wanneer uit een IQ-onderzoek blijkt dat iemand intellectueel getalenteerd is, ontstaat er vaak direct een specifiek verwachtingspatroon met betrekking tot potentieel en prestatie. Er wordt automatisch aangenomen dat hoge resultaten zullen volgen.
Bij cognitief getalenteerden, hoogbegaafden, ontbreekt vaak het geduld om adequate vaardigheden te ontwikkelen. Hierdoor worden hoogbegaafden negatief benaderd en begrippen zoals lui, je kan beter, onderpresteerder en drop-out klinken al gauw. Zelfs wanneer er door weinig inzet goede resultaten worden gehaald, ontstaat er toch nog negatief commentaar.
Door de positieve feedback, de geleidelijke opbouw in de training en het begrip dat er niet gelijk gepresteerd wordt ontwikkelen sporttalenten zich.
Bij de intectueel begaafden zijn er vaak gelijk hoge verwachtingen. Nu ze meer uitdaging hebben moet er toch gepresteerd worden?
Wanneer dat niet direct volgt komt er allerlei commentaar. Hierdoor kunnen hoogbegaafde kinderen concluderen dat ze anderen teleurstellen, dat ze niet voldoen aan de verwachting en het potentieel dat ze bezitten niet waard zijn.
Hierdoor kunnen ze zichzelf gaan zien als loser, waardoor ze weinig zelfvertrouwen hebben en alle geloof in zichzelf verliezen.
Wanneer dan de term onderpresteren klinkt wordt het helemaal een uitzichtloze situatie door het commentaar wanneer er lager gepresteerd wordt dan verwacht werd. Het kan zijn dat iemand helemaal niet wil presteren omdat hij/zij daar geen energie van krijgt,.
Het kan zijn dat iemand niet wil presteren omdat er dan gelijk hoge verwachtingen zijn waaraan misschien niet voldaan kan worden. Bovendien wanneer iemand niet laat zien wat hij zou kunnen, dan is hij toch nog geen onderpresteerder?
Laten we intellectueel talent ook, net als in de sport, als een mogelijkheid zien en de tijd geven om te ontwikkelen, waarbij rekening wordt gehouden met de specifieke hindernissen. Deze hindernissen, die een hoogbegaafde echt in de weg zitten worden door Venderickx en Kieboom (2017) embodio’s genoemd en zij hebben geconstateerd dat er 11 zijn.
Door uit te gaan van wat ik zou willen noemen de voorwaarden om tot presteren te komen ontstaat er een hele andere begeleiding van hoogbegaafden. Dit in tegenstelling tot de modellen zoals het Achievement Orientation (Siegle & McCoach, 2012) en Trifocal Model for reversing underachievement syndrome (Rimm, 2008) die uitgaan van de prestatie zelf.
Bij sporttalenten wordt er zowel fysiek en mentaal gewerkt.
Bij intellectueel talent wordt verveling, demotivatie, gedragsproblemen, agressie en aanpassingsgedrag vaak gezien als ‘symptoom en niet als oorzaak van hoogbegaafdheid (Kieboom & Venderickx, 2017). Hoogbegaafde kinderen hebben problemen op school door ontbrekende leerstrategieën, maar ook doordat zij niet gewend zijn aan fouten maken, comfortzone verlaten en moeite ergens voor doen. (Venderickx & Kieboom, 2017).
Wanneer hoogbegaafden deze mentale training niet op school krijgen, wanneer er niet de ruimte en de tijd is om zich te ontwikkelen is dit wel mogelijk binnen de sport en het muziekonderwijs.
Door hiermee aan de slag te gaan, zowel fysiek als mentaal te trainen, worden hoogbegaafden weerbaarder, groeit hun zelfvertrouwen en zelfbeeld en leren ze doorzetten en moeite doen ook als het lastig wordt.
Ja, aan zelfvertrouwen moet je bouwen. En pas wanneer dat zelfvertrouwen groeit, hoogbegaafde kinderen zich veilig voelen dan pas kunnen en zullen ze excelleren.
Wanneer een sporttalent, bijvoorbeeld een voetballer besluit om niet internationaal te gaan voetballen omdat hij nog meer wil in het leven dan alleen voetbal en hij het prima naar zijn zin heeft bij zijn huidige club, dan heeft haast iedereen daar begrip voor.
Is voor jou als ouder het intellectuele talent van je kind een bron van zorg? Zit jouw kind niet lekker in zijn vel doordat het niet zichzelf kan ZIJN? Wil jij weten wat jouw snelle creatieve denker echt nodig heeft?
Neem dan contact, dan kijk ik eens met je mee.
Aanbevolen literatuur
Kieboom, T. en Venderickx, K. (2017) Meer dan intelligent. Tielt: Lannoo nv.
Rimm, S. B. (2008). Why bright kids get poor grades and what you can do about it: A six-step program for parents and teachers. Great Potential Press, Inc.
Siegle, D. (2012). The Underachieving Gifted Child. Prufrock Press Inc. PO Box 8813, Waco, TX 76714.
Venderickx, K. & Kieboom T. (2017) The impact of mental coaching on study behavior. Talent Education 30, 49-50
Irissenpad 27
3251 DA Stellendam
Nederland
Maak vandaag nog een afspraak
Stel me een vraag, boek een sessie, stuur me een mailtje, om door de bomen het bos weer te zien en ook jouw mogelijkheden (of die van je kind) te benutten. Ik help je graag!